Grandparents Day
Grandparents Day, of grootouderdag, is een feestdag in de Verenigde Staten die jaarlijks wordt gevierd op de tweede zondag in september. De dag is bedoeld om opa’s en oma’s te eren en te waarderen voor hun rol in het gezin, als oppassers, raadgevers en bewakers van familietradities.
Het idee voor Grandparents Day ontstond in de jaren zeventig. De Amerikaanse activiste Marian McQuade uit West Virginia voerde campagne voor een dag die speciaal gewijd zou zijn aan ouderen en generaties binnen gezinnen. In 1978 tekende president Jimmy Carter een resolutie die Grandparents Day officieel maakte als nationale feestdag.
Hoewel het geen officiële vrije dag is, heeft Grandparents Day een vaste plek gekregen in Amerikaanse gezinnen en scholen. Kinderen knutselen kaarten, maken tekeningen en brengen bezoeken aan hun grootouders. Ouderen worden in het zonnetje gezet, vaak met familiediners, bedankjes of kleine attenties. Scholen besteden soms aandacht aan de dag met voorleesmomenten of uitnodigingen voor opa’s en oma’s om in de klas iets te vertellen.
Volgens de officiële missie van de dag zijn er drie doelen:
- Grootouders eren.
- Jongere generaties aanmoedigen om van ouderen te leren.
- De waarde van oudere mensen voor de maatschappij benadrukken.
De dag herinnert aan het belang van familiebanden tussen generaties. Grootouders zijn vaak centrale figuren binnen families: zij zorgen, ondersteunen en geven hun levenswijsheid door. Ze spelen ook een belangrijke rol in kinderopvang en emotionele steun binnen werkende gezinnen.
Grandparents Day is dus meer dan een lieve gedachte – het is een oproep om waardering te tonen, tijd door te brengen met oudere familieleden en het belang van generaties samen te vieren binnen de Amerikaanse cultuur.