Columbus Day

Columbus Day wordt jaarlijks gevierd op de tweede maandag van oktober en herdenkt de aankomst van de Italiaanse ontdekker Christoffel Columbus in Amerika op 12 oktober 1492. Het is sinds 1937 een officiële nationale feestdag in de Verenigde Staten, mede op aandrang van de Italiaanse-Amerikaanse gemeenschap, die trots is op hun landgenoot en zijn historische prestatie.

In steden met veel Italiaanse Amerikanen, zoals New York, New Jersey en Massachusetts, wordt Columbus Day vooral groots gevierd. In New York is de Columbus Day Parade een bekend en uitbundig evenement met zo’n 35.000 deelnemers, waaronder mariniers, muziekgroepen en praalwagens, die langs Fifth Avenue trekken en miljoenen toeschouwers trekken, zowel ter plekke als via televisie. Scholen en overheden zijn op deze dag vaak gesloten, vooral in deze staten.

Tegelijkertijd is Columbus Day de laatste decennia ook onderwerp van controverse. Veel inheemse Amerikanen en andere critici zien het feest als een viering van kolonialisme, landroof, slavernij en onderdrukking van de oorspronkelijke bevolking. Daarom kiezen sommige staten en steden ervoor om de dag te hernoemen of te herdenken als Native American Day of Indigenous Peoples Day — bijvoorbeeld South Dakota sinds 1990 of steden als Berkeley, Seattle en Minneapolis. Deze discussie weerspiegelt een groeiende bewustwording van de meer complexe en soms pijnlijke geschiedenis achter Columbus’ ontdekking.

Hoewel Columbus niet de eerste Europeaan was die Amerika bereikte — de Noorse Viking Bjarni Herjulfsson was dat volgens historici eerder — blijft zijn reis in 1492 een mijlpaal die de trans-Atlantische verbinding tussen Europa en Amerika markeert. Voor veel Amerikanen symboliseert Columbus Day nog steeds de ondernemingszin en de bijdrage van immigranten aan het Amerikaanse verhaal.

Kortom, Columbus Day is in Amerika zowel een feest van culturele trots en historische herinnering als een onderwerp van lopende maatschappelijke discussie.